Europees vuilbroed

De ziekte wordt veroorzaakt door de grampositieve bacterie Melissococcus pluton. M. pluton produceert geen sporen. Net zoals Amerikaans vuilbroed tast Europees vuilbroed (EVB) het broed van een bijenvolk aan.

De bacterie wordt door de larve tijdens het voeren opgenomen. Dit gebeurt tijdens het gehele larvestadium.  De darmholte is een goed microklimaat voor M. pluton om zich te gaan vermenigvuldigen. De bacterie blijft in de darm. Doordat de bacterie en gifstof afscheidt en zich voedt ten koste van de bij sterft een aantal larven in de open cel. De larven zullen door de bijen verwijderd worden of drogen in tot niet slijmerige resten. Hiervan kan dus ook geen draad worden getrokken zoals bij AVB het geval is. In deze resten komen secundaire infecties tot ontwikkeling. Zo vinden we Bacterium eurydice, Streptococcus faecalis, Paenibacillus alvei en Bacillus laterosorus. Van de larven die zich verpoppen sterven er een aantal direct na het sluiten van de cel af. De resten drogen in en zijn gummi-achtig. De celdeksels drogen in en scheuren. Geinfecteerde larven die overleven, vertonen dwerggroei. Als een larve zich gaat verpoppen ontlast ze zich. Hierin zitten veel M. pluton bacteriën die op de celwand terecht komen. Bij het schoonmaken van de cellen worden de bacteriën opgenomen door de poetsbijen en overgedragen op de voedsterbijen. Zij infecteren vervolgens weer het broed.

Lees ook: http://documents.plant.wur.nl/ppo/bijen/avb_evb.ppt

 
34