Alleen metselbijen

De Bijen Bestuivingstechniek adviseert metselbijen in te zetten als onderdeel van een bestuiversmix met hommels en honingbijen zodat de aanvullende eigenschappen van de bestuivende bijensoorten goed tot hun recht komen.

Het is echter prima mogelijk om bij sommige gewassen alleen met metselbijen een commercieel verantwoord bestuivingsresultaat te behalen.

Bestuiving met de Gehoornde metselbij, Osmia cornuta

De Gehoornde metselbij is de door haar vroege vliegtijd de aangewezen kandidaat voor de bestuiving van pruimen, kersen, peren en appels. Ze hebben zelfs een voorkeur voor het stuifmeel van deze planten. De Gehoornde metselbij verzamelt bijna al het stuifmeel  op de bloemen van het te bestuiven gewas. Over het algemeen verschijnen half maart de eerste mannetjes en is de maand april de hoofdvliegtijd van de vrouwtjes.

Omdat de vrouwtjes het meeste bestuivingswerk doen is het aantal nestelende vrouwtjes per hectare of per boom een passende maat voor de inzet van metselbijen. Het benodigde aantal vrouwtjes is moeilijk precies te bepalen omdat dit afhangt van variabelen zoals: cultivar, aanplantingsdichtheid, weer, vervliegingspercentage vrouwtjes, vorm van de boomgaard etc.  Door ervaring en onderzoek is het mogelijk om richtlijnen te geven voor de toepassing van Gehoornde metselbijen. De Bijen bestuivingstechniek adviseert de volgende aantallen voor een adequaat bestuivingsresultaat:

  • Pruim - bloeitijd: begin april - één nestelend vrouwtje per twee bomen
  • Kers - bloeitijd: begin april - één nestelend vrouwtje per boom
  • Peer - Bloeitijd: midden april - één nestelend vrouwtje per drie bomen
  • Appel - Bloeitijd midden april - één nestelend vrouwtje per drie bomen 
  • Bessen (Ribes) - bloeitijd eind april - alleen als onderdeel van een bestuiversmix met hommels of honingbijen - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Blauwe bessen - Bloeitijd eind april/mei - alleen als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare

Om te bepalen hoeveel cocons u hiervoor moet aankopen is het van belang dat u de sexratio kent van de aan te kopen bijencocons. In de natuur is de verhouding tussen vrouwtjes en mannetjes 1 op 1.1-1.5. Bij de actieve teelt wordt echter geregeld een verhouding gemeten van 1: 1.5 of hoger. Onderzoek toont een jaarlijkse variatie die op kan lopen tot 1 vrouwtje op 3 mannetjes. (Krunic en Stanislavjevic 2006,)

Stel dat u een perenboomgaard heeft van 5 hectare. Per hectare staan er 2400 bomen met ongeveer 1500 bloemen per boom. Dat zijn 3,6 miljoen bloemen. De bloemen worden twee keer bezocht. Dat betekent 7,2 miljoen bloembezoeken in totaal. Een vrouwtje van de Gehoornde metselbij bezoekt in haar leven, ervan uitgaande dat ze 8 broedcellen produceert en dat voor één broedcel gemiddeld 1400 bloembezoeken nodig zijn, 11200 bloemen. Dat komt neer op 642 nestelende vrouwtjes per hectare. Stel dat de aan te kopen populatie een sex ratio heeft van 1:1.5 dan heeft u dus 1605 cocons nodig. Er is echter nog een factor waar rekening mee moet worden gehouden, namelijk het vervliegen van vrouwtjes, veroorzaakt door vrouwtjes die geen nest beginnen in de aangeboden nestgelegenheden. Deze vervlieging kan hoog oplopen, tot meer dan 60%. Om hiervoor te compenseren gaan wij uit van een vervlieging van gemiddeld 30%, dat betekent dat u dus nog een derde meer cocons nodig heeft om het benodigde aantal nestelende vrouwtjes te verkrijgen. Nog 535 cocons extra, samen 2140 cocons voor één hectare. Voor vijf hectare heeft u dan 10.700 cocons nodig. U koopt dan zoveel cocons dat u bij goed onderhoud van de populatie metselbijen nooit meer hommels of honingbijen nodig heeft. U kunt deze populatie ook in enkele jaren opbouwen zodat de investering niet direct hoog is. U heeft tot de tijd dat de populatie Gehoornde metselbijen groot genoeg is nog honingbijen nodig.

Verspreiding van bijen door de boomgaard

Gehoornde metselbijen zoeken het stuifmeel bij voorkeur binnen 100 meter van het nest. Bij een overvloed aan stuifmeel hoeven ze niet ver van hun nest te gaan. Voor een optimaal resultaat stelt u de nestgelegenheden tussen het gewas op (zie foto). Één centrale nestgelegenheid en op 60 tot 100 meter in alle vier de windrichtingen een satelliet nestgelegenheid. Bij voorkeur aan de rand van de boomgaard. De cocons verdeelt u dan als volgt: 80% bij de centrale nestgelegenheid en 5% bij een satelliet nestgelegenheid. We doen dit jaar onderzoek naar een systeem met  meer kleinere nestplaatsen die in de rijen worden aangebracht. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen. 


Bestuiving met de Rosse metselbij, Osmia bicornis

Rosse metselbijen komen wat later in het jaar tevoorschijn. De eerste mannetjes verschijnen half april en de hoofdvliegtijd van de vrouwtjes is eind april en mei. Rosse metselbijen kunnen niet zonder risico worden ingezet op pruimen, kersen en peren omdat deze vroeger bloeien dan de natuurlijke uitlooptijd van de bijen. Incubatie is mogelijk maar niet altijd effectief als de buitentemperatuur laag is. De Rosse metselbij is warmteminnend, ze vliegt het liefst bij 18 graden of meer. Dat kan in het voorjaar tot een beperkte activiteit leiden.

  • Appels - bij vroege bloei en als onderdeel van een bestuiversmix met Gehoornde metselbijen en/of honingbijen - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Appels - alleen Rosse metselbijen: één nestelend vrouwtje per drie bomen (let op de bloeitijd)
  • Bessen (Ribes) - bloeitijd eind april - alleen als onderdeel van een bestuiversmix met hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Blauwe bessen - bloeitijd eind april/mei/juni alleen als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Aardbeien - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Bramen - bloeitijd mei/juni - als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare
  • Frambozen -  bloeitijd mei/juni - als onderdeel van een bestuiversmix met honingbijen en hommels - 100 tot 300 nestelende vrouwtjes per hectare

 

 
34